Technische aspecten

Groenbedekkers kunnen worden ingezaaid na de oogst van het hoofdgewas, maar steeds meer wordt de techniek van gelijk- of onderzaai toegepast.

Inzaai na de oogst

Dit is de gemakkelijkste optie: je plaatst het ene gewas na het andere. Op deze manier moet je geen rekening houden met de aanwezigheid van 2 gewassen op je veld bij plaagbestrijding of onkruidbestrijding en de groenbedekker heeft geen invloed op de opbrengst van je hoofdgewas.

Hoewel dit meer flexibiliteit geeft, is zeker voor de latere oogst van het hoofdgewas de keuze in soorten eerder beperkt. Ook moet de kieming van de groenbedekker bij slechtere weersomstandigheden plaatsvinden, wat niet altijd leidt tot een succesvolle groei van de groenbedekker.

Lees hier meer over de soortenkeuze.

Gelijk- of onderzaai

Gelijk- of onderzaai betekent dat de groenbedekker en het hoofdgewas samen op het veld staan. We geven een voorbeeld met maïs, een praktijk die in Nederland en België meer en meer aan bekendheid wint.

De groenbedekker kan in verschillende stadia van de maïsgroei worden gezaaid: samen met de maïs, 4-5-bladstadium of 8-10-bladstadium. Voordeel is dat de groenbedekker onder betere weersomstandigheden kan kiemen, wat resulteert in meer koolstofvastlegging en dus een hoger koolstofgehalte van de bodem. Deze betere ontwikkeling leidt ook tot een hogere nitraatopname en dus minder uitspoeling van nutriënten. 

Bodembewerking leidt tot stikstofmineralisatie. Wanneer de bodembewerking gebeurt wanneer er geen gewas (of eens slecht ontwikkeld gewas) op het veld staat, zoals het geval is bij zaai van de groenbedekker na oogst van het hoofdgewas, spoelt de stikstof uit. Doordat er bij onderzaai na de oogst van het hoofdgewas geen veldbewerking meer nodig is, vindt er geen extra mineralisatie plaats. Hoofdregel: hoe vroeger u de groenbedekker zaait, hoe minder stikstof uitspoelt, maar hoe hoger de concurrentie tussen groenbedekker en maïs.

Afbeelding: Onderzaai in het 4e bladstadium van de mais met Engels raaigras en rietzwenkgras (Proef van Hooibeekhoeve BE, 2019) 

 

Om tot een goed ontwikkeld groenbedekker te komen, geven we u enkele richtlijnen:

 

  • Soorten: Gebruik bij het inzaaien in de vroege stadia langzaam ontwikkelende soorten zoals rietzwenkgras (Festuca arundinacea) in een hoeveelheid van 15 kg/ha om concurrentie tussen het gras en de maïs te voorkomen. In de latere stadia kan Engels raaigras (Lolium perenne - 15 kg/ha, 4-5-bladstadium) of Italiaans raaigras (Festuca perennis - 15-20 kg/ha, 8-10-bladstadium) worden gebruikt. Deze laatste soorten kunnen ontkiemen en groeien in de schaduw van de maïs en de maïs heeft in dit stadium geen last meer van de concurrentie.

  • Zaaitechniek: vermijd zaad van de groenbedekker in de maïsrij. Zeker bij het zaaien in de beginfase van de mais is een rij van 25 cm zonder zaad van de groenbedekker nodig voor de maïszaden/planten om concurrentie te vermijden. Het gebruik van GPS maakt dit gemakkelijker.

  • Onkruidbestrijding: Percelen met een hoge onkruiddruk (grasachtige onkruiden) zijn niet geschikt voor deze techniek! Uiteraard kunnen herbiciden met graswerking niet worden gebruikt, zeker niet als er vroeg wordt gezaaid. Vermijd voor de latere stadia bodemherbiciden. Deze kunnen een nawerking hebben die de kieming van de groenbedekker kan beïnvloeden. Het zaaien in latere stadia kan gecombineerd worden met mechanische onkruidbestrijding. Deze grondbewerking vermindert niet alleen het onkruid, maar geeft ook een extra stikstofmineralisatie die een positief effect kan hebben op de maïsgroei.

Beƫindigen van groenbedekkers

Het beëindigen van meerjarige groenbedekkers gebeurt traditioneel met behulp van glyfosaat. De laatste jaren worden steeds meer manieren van mechanische vernietiging van de groenbedekkers bestudeerd, wat toch de nodige extra aandacht vraagt. Bedenk dat bij vollere gewassen het ploegen of zaaien van de volggewassen moeilijker kan zijn door resten en mulcheffecten, wat de kiemkracht vermindert. Bij vollere gewassen worden niet alle planten door de behandelingen vernietigd en kunnen dus opnieuw aangroeien.

Meer informatie over de vernietiging van overblijvende groenbedekkers is hier te vinden: Field Lab van innovative Farmers (Engels)

Zorg er tenslotte ook voor dat de groenbedekkers geen zaden produceren. Dit zou een onkruidprobleem kunnen opleveren in het hoofdgewas. 

De vernietiging van de groenbedekkers in het voorjaar vraagt ook de nodige machines. Hier vindt u hierover meer informatie: