Voordelen voor de landbouwer en de omgeving

Groenbedekkers kunnen:

  • De bestuiving verbeteren.
  • Natuurlijke plaagbestrijding stimuleren. Gebruik van insecticiden en herbiciden verminderen. 
  • Erosie reduceren, zowel door wind als water.
  • Zorgen voor minder uitspoeling en afspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in de aangrenzende oppervlaktewateren of het grondwater.
  • De bodemkwaliteit, het bodemleven en de bodemgezondheid verbeteren.

Bestuiving

Groenbedekkers kunnen het leefseizoen voor nuttige insecten en bestuivers verlengen door eerder en later in het groeiseizoen een voedselbron aan te bieden. Gewassen zoals boekweit en phacelia leveren voedsel tot in de herfst wanneer de natuurlijke bronnen afnemen.

Natuurlijke plaagbestrijding

Reductie van insecticidengebruik

Groenbedekkers kunnen worden gebruikt bij de bescherming van de akkers tegen plaagorganismen, zoals bepaalde nematoden. Ook kunnen ze zorgen voor overwinteringsplaatsen voor nuttige organismen, zoals predatoren die zich voeden met plaagorganismen. Bij de keuze van de gebruikte groenbedekker is het belangrijk rekening te houden met plagen die op uw veld voorkomen of mogelijk schadelijk kunnen zijn in uw volgende teelt. Hier vindt u meer informatie over de keuze van de soorten.

Om het gebruik van insecticiden te verminderen, moeten we voorkomen dat de schadelijke insecten naar het veld komen of een manier vinden om de schadelijke insecten te bestrijden (in één of meer stadia van hun levenscyclus) wanneer ze op het veld zijn. Groenbedekkers kunnen in beide strategieën een rol spelen. Met een paar voorbeelden willen we de diversiteit aan mogelijkheden laten zien. Wellicht inspireert dit u voor uw eigen situatie!

  • Keuze van groenbedekkers om aaltjes in aardappelen te verminderen
    • Sareptamosterd (Brassica Jucea) wordt gebruikt om de aaltjespopulatie te verminderen. Het wordt als wintergewas geteeld en voor het poten van de aardappelen gemulcht en in de grond geploegd.
  • Combinatieteelt
    • Samen met koolzaad wordt Alexandrijnse klaver of fenegriek gezaaid die de koolzaadaardvlo kan verwarren of tegenhouden. Hierdoor gaat er minder gewas verloren. Beide hulpgewassen sterven bij vorst en concurreren dus niet met gewassen in het voorjaar.
  • Valgewassen
    • Door een hulpgewas te zaaien dat lijkt op de gewassoort of de voorkeur geniet van de plaag in het veld, kunnen de oogstverliezen worden beperkt. De soorten Solanm Sisymbriioflorium en Solanum Scabrum trekken nematoden aan en verminderen hierdoor de infectie van aardappelen.
  • Tagetes (biofumigatie)

Meer informatie:

 

Reductie van herbicidengebruik

Door het planten van groenbedekkers krijgt onkruid minder kans om zich tot een problematisch niveau te ontwikkelen.
Een interessant voorbeeld is het gebruik van boekweit, dat snel groeit, concurrerend en allelopathisch is, om grasonkruiden zoals kweek te verminderen. Het is een eenjarige plant die warm weer nodig heeft en doodgaat bij koude temperaturen (vanaf 3°C).
Ook meerjarige groenbedekkers kunnen voor dit doel worden gebruikt, maar houd er rekening mee dat ze in het voorjaar moeten worden vernietigd.


Meer informatie:

Erosie: wind en water

Door het gebruik van groenbedekkers wordt erosie tegengegaan door de bedekking van de bodem en dit zowel voor wind- als watererosie. Het is moeilijker voor de wind om de bodem te bereiken en bodemdeeltjes weg te blazen. Regen raakt eerst de groenbedekker, waardoor de snelheid van de regen wordt verminderd. Wanneer het water de bodem bereikt en wegstroomt, is de snelheid van de waterstroom lager, waardoor minder bodemdeeltjes kunnen wegstromen. Ook tijdens de afspoeling wordt de snelheid van het water verminderd en worden bodemdeeltjes tegengehouden door de stengels van de groenbedekkers.

Gewoonlijk worden groenbedekkers ingezaaid na de oogst van het hoofdgewas. Maar in het geval van (suiker)bieten is winderosie een probleem voor de zaailingen: ze zijn erg kwetsbaar en de zanddeeltjes in de wind kunnen de zaailingen doden. Gelijkzaai met een groenbedekker kan een oplossing bieden voor dit probleem. Snelgroeiende eenjarige gewassen zoals zomergerst of Alexandrijnse klaver worden tegelijk met de bieten in een voorbereid zaaibed gezaaid. Deze kunnen worden vernietigd wanneer de bieten in de groeifase zijn of wanneer ze het 5-bladstadium hebben bereikt. Je kunt het 'een levende mulch' noemen die de bodem tegen de wind beschermt. Meer informatie vindt u hier:

Uitspoelen van nutriënten

Een gewas bouwt zijn structuur op met de nutriënten die het van het veld opneemt. Voor een hoofdgewas wordt mest gebruikt om het gewas te voeden. Groenbedekkers gebruiken de restjes die na de oogst van het hoofdgewas in de bodem achterblijven. Hierdoor worden deze nutriënten (N, P, K, maar ook andere elementen) opgeslagen in de groenbedekker en kunnen ze niet uitspoelen. Wanneer de groenbedekker afsterft of wordt vernietigd en ondergewerkt, zijn de nutriënten weer beschikbaar in de bovenste lagen van de bodem voor het volgende gewas.

Traditioneel worden de groenbedekkers ingezaaid na de oogst van het hoofdgewas. Daartoe wordt eerst een zaaibed gemaakt. Tijdens dit bodembewerkingsproces komt het nitrificatieproces op gang. Bij laat geoogste gewassen, zoals maïs, kan dit nitrificatieproces leiden tot hoge nitraatgehaltes die niet worden vastgelegd, omdat de kieming van de groenbedekker in deze tijd van het jaar te traag verloopt, nitraat (nog) niet door de groenbedekker kan worden opgenomen en uitspoelt. Gelijk- of onderzaai (het zaaien van de groenbedekker samen met of in een vroeg stadium van de maïs) zou hier een oplossing voor kunnen bieden, mits dit op de juiste manier gebeurt. 

Interessante links:

Afspoeling is de term voor nutriënten die door erosiewater worden meegevoerd. Aangezien groenbedekkers zowel wind- als watererosie voorkomen (zie boven), is het ook een nuttige techniek om afspoeling van nutriënten te voorkomen.

                                                                                                   ,                                                                 Onderzaai van gras bij maïs (Afbeelding: Hooibeekhoeve)

Bodemkwaliteit- en vruchtbaarheid

Groenbedekkers kunnen een belangrijke rol spelen in de bodemkwaliteit.

  • De diversiteit in wortelstelsels tussen het (mengsel van) groenbedekkers en het (de) hoofdgewas(sen) leidt tot een betere bodemstructuur en minder verdichting.
  • Groenbedekkers, en zeker wanneer het grasachtige soorten betreft, leiden tot een hoger koolstofgehalte van de bodem. Naast waterinfiltratiecapaciteit en waterbeschikbaarheid heeft dit veel voordelen voor de bodemkwaliteit! (FAB-maatregel inbreng van organische stof)
  • Groenbedekkers kunnen een rol spelen in aanbreng van stikstof in de bodem. Vlinderbloemige groenbedekkers fixeren stikstof uit de lucht. Hierdoor kan de behoefte aan kunstmest verminderen. 
  • Gebruik van groenbedekkers kan leiden tot een verminderde behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen (Zie boven: Natuurlijke plaagbestrijding)

Meer informatie kan je hier vinden:

  • Méthode Merci om een inschatting te maken van biomassa en N, P, K aanlevering door groenbedekkers (Frans)